Limburgse industrie hekelt drooglegging Julianakanaal, schade loopt in honderden miljoenen

Het Julianakanaal gaat vanaf oktober voor zeker zes maanden dicht voor renovatiewerkzaamheden. Volgens demissionair minister Harbers van IenW is de drooglegging van het kanaal ‘noodgedwongen’ nadat er meerdere incidenten met de scheepvaart zijn geweest. Het bedrijfsleven hekelt het onaangekondigde besluit. De schade voor het bedrijfsleven in Limburg wordt in een impactanalyse bij drooglegging geraamd tussen de 40 en 100 miljoen euro, een bedrag wat verder oploopt met zo’n vier miljoen per dag wanneer ook de omvaarroute niet beschikbaar is.

Jaarlijks worden in Stein zo’n 3.500 schepen behandelt die zijn gelinkt aan Chemelot. Foto: Chemelot

Het Julianakanaal wordt vanaf ongeveer oktober dit jaar over een lengte van zo’n vier kilometer afgesloten en drooggezet tussen Brug Berg en de Sluis in Born. Afhankelijk van de weersomstandigheden duren de werkzaamheden tot ergens in april of mei 2025. Via een Kamerbrief liet Harbers deze week weten de drooglegging noodzakelijk te achten om zo het kanaal te verdiepen én om een eerder geplaatste bouwkuip verwijderen. ‘Alleen op die manier kan de scheepvaartveiligheid en een veilige uitvoering van het werk worden gegarandeerd.’

Het Julianakanaal is onderdeel van de Maasroute, een scheepvaartroute tussen havens in België, Duitsland en Nederland. De route wordt verdiept en verbreed om tweebaksduwvaart mogelijk te maken, de werkzaamheden zijn al langere tijd in gang. Rijkswaterstaat gebruikte ‘bouwkuipen’ bij deze werkzaamheden, zodat de scheepvaart langszij nog steeds gebruik kon maken van het kanaal. De bouwkuip hield echter niet en nu lekt er water het naastgelegen natuurgebied in. De scheepvaart kwam sindsdien ook meermaals in de knel op de versmalde vaarstrook.

Twee dagen omvaren

De drooglegging betekent voor de scheepvaart onderweg naar industriecomplex Chemelot en de haven van Stein twee dagen omvaren. Op die omvaarroute, ook nog eens eenrichtingsverkeer, ligt bij Maastricht de keersluis Limmel. Een kwetsbaar kunstwerk dat vanwege hoog water, storingen of incidenten gesloten kan worden. Bij sluiting van de sluis worden bedrijven aan het kanaal onbereikbaar voor de scheepvaart en is er geen alternatieve route mogelijk richting Antwerpen of Rotterdam.

Die omvaarroute heeft volgens de werkgeversvereniging LVW nog meer haken en ogen. Ook rondom Antwerpen worden gewerkt aan de waterwegen. En: ‘de Belgische autoriteiten daar wijzen juist op een omvaarroute via het Julianakanaal.’

Tot aan oktober is het kanaal per direct niet meer toegankelijk voor bepaalde type schepen. Ook lege en half beladen schepen zonder actieve boegschroefbesturing mogen bij windkracht 3 of hoger niet doorvaren.

Alternatief zonder drooglegging

Het Limburgse bedrijfsleven, waaronder bedrijven op het industrieterrein Chemelot bij Geleen, pleit voor een alternatief waarbij de herstelwerkzaamheden van het kanaal worden gedaan zónder drooglegging.

Rijkswaterstaat zegde in juni 2023 een impactanalyse toe om zo de bedrijfsschade bij volledige afsluiting te berekenen. Ook zou worden gekeken naar alternatieven. De opdracht voor het onderzoek kwam pas in februari dit jaar, tot grote ergernis van LWV. ‘Saillant detail in dezen is dat twee weken geleden een concept-eindrapport gepresenteerd is waarin de totale schade voor het bedrijfsleven geraamd wordt op een bedrag tussen de 40 en ruim 100 miljoen euro’, schrijft de vereniging in een brief. Die schade loopt verder op met 4 miljoen euro per dag wanneer ook de omvaarroute niet beschikbaar is.

Het besluit van Harbers valt daarom niet goed bij het bedrijfsleven in Limburg. ‘Ons is bekend dat bij de inschrijvingen een bedrijf met topexpertise op dit gebied een aanbieding heeft gedaan waarmee tijdens de renovatie het kanaal half open kan blijven’, schrijft de LWV. ‘We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat deze keuze nu met gezochte argumenten verdoezeld wordt, over de rug van het bedrijfsleven en de regio Limburg.’

Rijkswaterstaat geeft de opdracht voor drooglegging aan de huidige aannemer. ‘Deze gaat op zo’n kort mogelijke termijn aan de slag’, schrijft Harbers in zijn Kamerbrief.

3.500 schepen

De haven van Stein behandelt jaarlijks zo’n 3.500 schepen gelinkt aan de aan- en afvoer van grondstoffen en producten voor Chemelot. Voor het overzetten van één scheepslading zijn zo’n vijftig tot zestig vrachtwagens nodig, rekent branchevereniging European Logistics Center Limburg (ELC) voor. Verladers kunnen eigenlijk niet overstappen op wegvervoer. Het soort lading, droge en natte bulk, leent zich daar niet voor. ‘Bovendien zijn de volumes te groot, de capaciteit is er niet in het wegvervoer.’

ELC komt uit op een dagelijkse kostenpost van minimaal vier miljoen euro wanneer watergebonden grootverbruikers in Limburg de vaarroute niet kunnen gebruiken. Dat blijkt uit een eerdere enquête onder de tientallen bedrijven die verladen aan de Maasroute. ‘Die kosten staan los van de kosten verderop in de keten en alternatief vervoer’, legde Bob Joosten van de Wessem Port Services eerder uit, aangesloten bij de ELC. WPS is verantwoordelijk voor een groot deel van de logistiek in de haven van Chemelot in Stein.

Schadevergoeding

De minister verklaarde dat partijen die onevenredig zwaar worden getroffen door de afsluiting, bij Rijkswaterstaat een verzoek tot schadevergoeding kunnen indienen. In principe komen omzetverlies en extra kosten voor omrijden in aanmerking voor compensatie van nadeel. Bedrijven dienen dan wel aan te tonen dat de geleden schade buiten het normale ondernemersrisico valt.

Bron: nt.nl nieuwsblad transport